Fiscale regels en overgangsrecht
Bij levenhypotheken gelden speciale belastingregels. Die bepalen wanneer je de uitkering zonder belasting mag gebruiken voor je huis. Deze regels vallen onder het KEW-, SEW- en BEW-regime. Sinds 2013 kun je geen nieuwe contracten meer afsluiten, maar bestaande blijven geldig als je aan de voorwaarden voldoet. Let op de minimale looptijd, de verhouding tussen je hoogste en laagste inleg, het gebruik van het geld voor je hypotheek en het voortzetten van je contract zonder grote veranderingen.
Belastingregels waar je rekening mee moet houden
Je krijgt alleen belastingvrijstelling voor het opgebouwde bedrag als je aan alle voorwaarden voldoet. Verander je iets aan je contract, dan kun je deze vrijstelling kwijtraken of alsnog belasting moeten betalen. Het KEW-, SEW- en BEW-regime stelt eisen aan hoe lang het contract loopt, hoe je inlegt, wanneer je uitkeert en wat je met het geld doet. Houd je je niet aan de regels over looptijd, inleg of besteding? Dan kan dat leiden tot belastingheffing of zelfs een boete. Binnen de regels kun je je contract meestal wel voortzetten zonder fiscale gevolgen.
Dit zijn de eisen voor belastingvrijstelling
Voor belastingvrijstelling moet je polis of bankspaarrekening aan bepaalde eisen voldoen en moet je het geld gebruiken om je hypotheek af te lossen. Je contract moet minimaal 15 jaar lopen voor gedeeltelijke vrijstelling en 20 jaar voor volledige vrijstelling. De bandbreedte-eis houdt in dat je hoogste jaarlijkse inleg niet meer dan tien keer zo hoog mag zijn als je laagste. Dit wordt regelmatig gecontroleerd, ook bij uitkering. Er zijn maximale vrijstellingsbedragen per persoon of per stel die gelden bij het aflossen van je hypotheek. Je moet kunnen aantonen hoe je hebt ingelegd en dat er pandrecht is. Voldoe je niet aan de regels, dan vervalt de vrijstelling voor het deel dat niet aan de eisen voldoet.
Geen nieuwe levenhypotheken meer sinds 2013
Sinds 2013 kun je geen nieuwe KEW- of BEW-contracten meer afsluiten. Heb je al zo’n contract? Dan behoud je je rechten als je aan de voorwaarden blijft voldoen. Je mag kleine aanpassingen doen, overstappen naar een andere aanbieder of kleine veranderingen doorvoeren, zolang de kenmerken hetzelfde blijven. Grote veranderingen, nieuwe inleg buiten de regels of overstappen naar een ander regime mag niet. Je rechten blijven behouden zolang je contract ononderbroken en volgens de regels doorloopt.
Rente aftrekken bij oude hypotheekvormen
Heb je een aflossingsvrij deel in je hypotheek? Dan kun je de rente blijven aftrekken zolang je dat leningdeel niet wijzigt. Dit geldt alleen als het om hetzelfde leningdeel gaat, zonder verhoging of omzetting. Je mag wel naar een andere geldverstrekker overstappen, als je verder niets verandert. Verhoog je het bedrag, splits je het of zet je het om naar een andere vorm? Dan gelden de nieuwe regels en moet je gaan aflossen. De beoordeling gebeurt per leningdeel op het moment dat je iets wijzigt.
Wat gebeurt er als je je contract wijzigt, afkoopt of omzet?
Verander je iets waardoor je contract niet meer aan de eisen voldoet? Dan kan de uitkering belast worden en kun je een extra boete krijgen. Bij afkoop wordt het bedrag boven de vrijstelling belast. Schend je de voorwaarden, dan kan er revisierente verschuldigd zijn. Je kunt je contract soms omzetten naar een andere vorm, zolang je aan de eisen blijft voldoen. Veranderingen in je inleg worden getoetst aan de bandbreedte-eis. Overschrijd je deze, dan volgt belastingheffing. Bij verlengen of verkorten van je contract wordt opnieuw gekeken of je aan de looptijd voldoet. De volgorde is belangrijk: eerst toestemming van de bank vanwege het pandrecht, dan de verandering vastleggen en pas daarna uitvoeren.
Wat kan er misgaan en welke situaties kun je tegenkomen?
Bij een beleggingshypotheek kan de waarde van je beleggingspolis anders groeien dan je hypotheekschuld. Je maandlasten veranderen door renteschommelingen, terwijl je poliswaarde afhangt van hoe de beurs het doet. Hierdoor kan er aan het eind van de looptijd een verschil zijn tussen wat je hebt opgebouwd en wat je nog moet aflossen.
De dekkingsgraad laat zien hoe de waarde van je polis zich verhoudt tot je openstaande schuld. Een lage dekkingsgraad betekent meer kans op een restschuld aan het einde. Naarmate je hypotheek bijna afloopt, wordt het moeilijker om eventuele verliezen in te halen omdat je minder tijd hebt om winst te maken op je beleggingen.
Hoe je polis en lening elkaar beïnvloeden
Je poliswaarde beweegt mee met de beurs, maar je hypotheekschuld blijft gelijk. Daardoor verandert je dekkingsgraad constant. Vooral verliezen in de eerste jaren kunnen grote gevolgen hebben, omdat het dan lang duurt om je dekkingsgraad te herstellen. Goede beleggingsopbrengsten aan het eind kunnen eerdere verliezen vaak niet meer volledig goedmaken.
Als je dekkingsgraad achterblijft, kun je het beste vroeg ingrijpen. Je kunt bijvoorbeeld meer premie betalen of naar een ander beleggingsfonds overstappen. In de laatste jaren van je hypotheek is het verstandiger om risico’s te beperken en tekorten te voorkomen, in plaats van te gaan voor het hoogste rendement.
Beleggingsrisico: kans op restschuld of geld overhouden aan het einde
Door bewegingen op de beurs kun je aan het eind van de looptijd een restschuld hebben, of juist geld overhouden. Dit hangt niet alleen af van het gemiddelde rendement, maar ook van wanneer de goede en slechte jaren vallen. Dit heet volgorde-risico.
Bijvoorbeeld: als je eerst verlies maakt en daarna winst, is het eindbedrag vaak lager dan wanneer je eerst winst maakt en daarna verlies, zelfs als het gemiddelde rendement hetzelfde is. Je kunt dit risico verkleinen door tegen het einde van de looptijd te kiezen voor veiligere beleggingen.
Rente en je maandlasten: wat verandert er?
Als je rente opnieuw wordt vastgesteld, veranderen je maandlasten, terwijl je poliswaarde los daarvan beweegt. Bij een korte rentevaste periode kunnen je lasten flink schommelen. Een langere rentevaste periode geeft meer zekerheid, maar is in het begin vaak duurder.
Bij een hoge rente heb je minder ruimte om extra geld in je polis te stoppen als dat nodig is. Bij een lage rente heb je meer financiële ruimte om bij te storten. Extra inleggen doe je vooral voor je eigen financiële situatie, niet per se om meer winst uit je polis te halen.
Wat markten en kosten doen met je opbouw
Dalende beurzen en hoge kosten kunnen je poliswaarde flink verlagen. Bij sommige polissen worden kosten betaald door beleggingseenheden te verkopen. In een dalende markt moeten er dan meer eenheden verkocht worden voor dezelfde kosten, waardoor je minder overhoudt voor herstel als de markt weer stijgt.
Je kunt dit effect beperken door te kiezen voor goedkopere beleggingsfondsen en een buffer aan te houden voor de kosten.
Hypotheekrenteaftrek: wat gebeurt er als je rente verandert of je hypotheek aanpast?
Je netto maandlasten worden bepaald door de rente én de hypotheekrenteaftrek. Als je overstapt naar een andere hypotheekvorm, kun je deze aftrek kwijtraken, wat je maandlasten flink kan verhogen.
Bijvoorbeeld: bij een lening van €200.000 betaal je bij 2% rente €333 per maand bruto, bij 5% rente €833. Met 37% belastingaftrek wordt dit netto €210 tegenover €525. Tel je vaste premie van €200 erbij op, dan kom je uit op €410 versus €725. Vervalt de aftrek, dan betaal je de bruto rente: €533 of €1.033 per maand.
Gap-analyse: inzicht in de waarde van je polis en je schuld
Met een gap-analyse bereken je hoeveel je nog moet opbouwen om je doel te halen. Je vult je huidige poliswaarde, het gewenste eindbedrag, het aantal resterende jaren en het verwachte rendement in. Zo zie je welk rendement je nodig hebt of hoeveel extra je per maand moet inleggen om op koers te blijven. Dit geeft duidelijkheid over je dekkingsgraad en of je moet bijsturen om je doel te bereiken.