Belastingregels per hypotheekvorm
De belastingregels voor je hypotheek hangen af van de vorm die je kiest. Dit bepaalt of je rente mag aftrekken en wat er met je geld gebeurt. Niet alle hypotheken geven recht op dezelfde belastingvoordelen. Als je hypotheek wordt gezien als eigenwoningschuld in box 1, mag je de rente aftrekken. Het maakt ook uit of je schulden en tegoeden in box 1 of box 3 vallen, want dat bepaalt hoeveel belasting je betaalt. Ook het eigenwoningforfait en de eigenwoningreserve spelen een rol.
Wat je moet weten
Hier zijn de belangrijkste punten om op te letten bij de belastingregels rond hypotheken:
- Sinds 2013 zijn de regels voor hypotheekrenteaftrek strenger geworden.
- Je mag alleen rente aftrekken als je hypotheek annuïtair of lineair wordt afgelost binnen de afgesproken looptijd.
- Het percentage waartegen je mag aftrekken, daalt elk jaar.
- Door het eigenwoningforfait lever je een deel van je belastingvoordeel weer in, omdat je een bedrag bij je inkomen moet optellen.
- Als je je huis met winst verkoopt, ontstaat er een eigenwoningreserve. Die beperkt hoeveel je voor je volgende huis met renteaftrek mag lenen.
Hoe werkt hypotheekrenteaftrek
Om na 2013 hypotheekrente af te trekken, moet je hypotheek aan bepaalde eisen voldoen. Je moet de lening binnen dertig jaar volledig aflossen volgens een annuïtair of lineair schema. Dit moet op papier staan en het geld moet voor je eigen huis gebruikt worden. Het eigenwoningforfait vermindert je voordeel van renteaftrek gedeeltelijk. Wat je netto overhoudt, hangt af van je aftrektarief en de hoogte van het eigenwoningforfait. Mensen met een hoger inkomen hebben vaak nog iets meer voordeel.
Wanneer is je hypotheek een eigenwoningschuld
Of je hypotheek een eigenwoningschuld is, hangt af van waarvoor je de lening gebruikt en of je volgens de regels aflost. Gebruik je de hypotheek voor je eigen huis en los je netjes af, dan valt de schuld in box 1. Voldoe je niet aan de aflossingseisen, bijvoorbeeld door te weinig af te lossen of de looptijd te overschrijden, dan verhuist (een deel van) je schuld naar box 3. Heb je een oude hypotheek met overgangsrecht, dan blijven de oude regels gelden zolang je aan de voorwaarden voldoet.
Wat gebeurt er met de overwaarde
Verkoop je je huis met winst? Dan ontstaat er een eigenwoningreserve. Dit bedrag moet je gebruiken bij de aankoop van een volgend huis. Je berekent de eigenwoningreserve door van de verkoopopbrengst de uitgaven en de resterende hypotheekschuld af te trekken. Gebruik je de overwaarde niet voor je nieuwe huis, dan mag je over dat deel van de nieuwe hypotheek geen rente aftrekken. Je moet je lening zo verdelen dat het deel dat voor renteaftrek in aanmerking komt, voldoet aan de aflossingsregels. Dit heeft invloed op je keuze voor een hypotheekvorm.
Verschil tussen box 1 en box 3
Of je hypotheekschuld en het bijbehorende geld in box 1 of box 3 vallen, verschilt per situatie. Nieuwe aflossingsvrije hypotheken komen meestal in box 3, behalve het deel dat als eigenwoningschuld geldt. Spaar- en bankspaarhypotheken die onder het overgangsrecht vallen, blijven in box 1. De bijbehorende spaarrekening of polis valt dan ook onder het eigenwoningregime. Bij beleggings-, levens- en hybride hypotheken hangt het af van het specifieke product. Geld dat niet gekoppeld is, komt in box 3 en soms verschuift de schuld dan ook naar box 3.
Maandlasten, risico’s, rente en hoeveel je kunt lenen
Dit komt er allemaal bij kijken
Wat je elke maand betaalt aan je hypotheek hangt af van een paar keuzes. Denk aan de hypotheekvorm, de hoogte van de rente, de looptijd en de verhouding tussen je lening en de waarde van je huis. Banken letten hierop om te bepalen hoeveel je kunt lenen en wat je maandlasten worden. Ze bouwen een veiligheidsmarge in, zodat je niet snel in de problemen komt als er iets verandert.
Hoe je bruto en netto lasten veranderen
Bij een annuïteitenhypotheek blijft je maandbedrag gelijk, maar in het begin betaal je vooral rente. Daardoor zijn je netto lasten eerst hoger en later lager. Je schuld daalt langzaam, maar dit gaat sneller richting het einde. Met een lineaire hypotheek begin je met hogere maandlasten die elk jaar dalen. Je schuld daalt gelijkmatig, waardoor je sneller meer financiële ruimte krijgt. Bij een aflossingsvrije hypotheek heb je de laagste maandlasten omdat je alleen rente betaalt en je schuld gelijk blijft. Als je rentevaste periode afloopt, kan je rente veranderen en dus ook je maandlasten.
Restschuld en hoe snel je aflost
Hoe snel je aflost bepaalt hoeveel ruimte je hebt als huizenprijzen dalen of als je wilt overstappen naar een andere hypotheek. Zit je boven de 90%, dan loop je meer kans op problemen. Onder de 80% krijg je vaak een lagere rente, en onder de 60% wordt het risico voor de bank klein. Met een lineaire hypotheek daalt je schuld het snelst, bij een annuïteit iets langzamer, en bij aflossingsvrij blijft je schuld gelijk. Dit heeft invloed op je mogelijkheden als je wilt verhuizen of je hypotheek wilt aanpassen.
Wat als de rente verandert
Hoe gevoelig je bent voor renteveranderingen hangt af van je hypotheekvorm en hoe lang je de rente vastzet. Banken rekenen uit wat er gebeurt als de rente ineens 2% of 4% stijgt wanneer je rente opnieuw wordt vastgesteld. Bij een aflossingsvrije hypotheek merk je zo’n stijging het meest, omdat je altijd rente betaalt over het hele bedrag. Bij een annuïteit zit je ertussenin, en bij een lineaire hypotheek wordt je restschuld steeds lager, waardoor een rentestijging minder gevolgen heeft. Banken gebruiken deze informatie om te beoordelen of je de lasten kunt blijven betalen.
Bewegingen in waarde en opbrengst
Heb je een hypotheek die gekoppeld is aan sparen of beleggen, dan kunnen veranderingen op de markt invloed hebben op je premie en wat je uiteindelijk opbouwt. Als de rente stijgt, dalen vaak de premies voor sparen. Bij beleggen of levenhypotheken kan een lager resultaat betekenen dat je minder opbouwt en misschien moet bijstorten om je schuld af te lossen. Kosten verlagen je uiteindelijke uitkomst, terwijl garanties zorgen voor meer zekerheid over het eindbedrag.
Hoe lang zet je de rente vast
Hoe lang je de rente vastzet bepaalt niet alleen wat je nu betaalt, maar ook hoeveel je maximaal kunt lenen. Je maandlast wordt berekend met de rente die hoort bij jouw gekozen periode. Voor de beoordeling kijkt de bank naar een standaardrente, die afhangt van hoe lang je de rente vastzet. Bij een korte periode kan de bank rekenen met een hogere toetsrente, bij een langere periode vaak met de werkelijke rente. Dit heeft direct invloed op hoeveel je kunt lenen.
NHG en extra rente-opslag
De verhouding tussen je lening en de waarde van je huis, en of je kiest voor Nationale Hypotheek Garantie (NHG), bepaalt welke extra rente je betaalt. Banken werken met verschillende groepen, bijvoorbeeld boven 90%, tussen 80-90%, tussen 70-80% en onder 60%. Als je meer aflost of als je huis meer waard wordt, kan je extra rente bij een nieuwe rentevaste periode omlaag. Met NHG gelden andere tarieven en voorwaarden, en er is een maximumbedrag dat elk jaar wordt aangepast.
Hoeveel mag je lenen en aflossingsvrij
Voor het aflossingsvrije deel geldt een maximum als percentage van wat je huis waard is. Het overige deel moet je aflossen via andere hypotheekvormen. Deze regels bepalen hoe je je hypotheek kunt samenstellen.
Looptijd en aflossen per hypotheekvorm
Hoe lang je hypotheek loopt heeft invloed op wat je maandelijks betaalt en of je belastingvoordeel krijgt. Meestal kies je voor een looptijd tot 30 jaar. Korter aflossen betekent hogere maandlasten, maar je bent sneller schuldenvrij. Je aflossingsschema moet passen bij de gekozen looptijd om belastingvoordeel te krijgen. Dit heeft gevolgen voor je maandlasten en je belastingpositie.
Toetsrente en hoeveel je mag uitgeven aan wonen
Hoeveel je maximaal kunt lenen wordt stap voor stap bepaald. Eerst berekent de bank je toetslast op basis van de toetsrente, hoe lang je de rente vastzet en welke hypotheekvorm je kiest. Daarna wordt gekeken welk deel van je inkomen je aan wonen mag uitgeven. Hieruit volgt je maximale lening, die je kunt verdelen over verschillende hypotheekvormen. en je keuze voor een bepaalde hypotheekvorm bepaalt hoe je maandlasten zich ontwikkelen.