Rente, hypotheekvorm en belastingzaken bij het aanvragen
Welke keuzes maak je tijdens het aanvragen?
Tijdens het regelen van je hypotheek maak je keuzes die invloed hebben op je maandlasten en risico’s. Voordat je een bod doet op een huis, denk alvast na over welke hypotheekvorm en rentevaste periode bij jou passen. Kijk naar de verhouding tussen je hypotheek en de huiswaarde, hoe stabiel je inkomen is en of je plannen hebt om te verbouwen of te verhuizen.
Zodra je een ontvangt, leg je je keuze voor hypotheekvorm, looptijd en rentevaste periode vast. Je baseert dit op je huidige financiële situatie, verwachte veranderingen, hoe voorspelbaar je uitgaven moeten zijn en de renteontwikkelingen. Bij het regel je de belastingzaken, zoals hoe je de hypotheek verdeelt tussen jou en je partner en wie welk deel van de renteaftrek krijgt.
Vlak voor het tekenen bij de notaris stem je praktische zaken af, zoals het gebruik van een , extra aflossingen en de verdeling van het geld. Soms moet je op het laatste moment beslissen of je doorgaat, bijvoorbeeld als je maandlasten hoger uitvallen dan verwacht of als het risico te groot wordt.
Kiezen tussen verschillende hypotheekvormen en rente
Hieronder zie je de belangrijkste hypotheekvormen en hun kenmerken:
| Hypotheekvorm |
Maandlasten |
Rente |
Kenmerk |
| Annuïteiten |
Gelijk |
Meer totaal |
Vaste lasten |
| Lineair |
Dalend |
Minder totaal |
Snel aflossen |
| Aflossingsvrij |
Lager |
Restschuld |
Deel woningwaarde |
| Combinatie |
Mix |
Afhankelijk |
Flexibel |
Voor de rente kun je kiezen tussen vast of variabel. Met een vaste rente weet je precies waar je aan toe bent voor een bepaalde periode. Variabele rente kan voordeliger zijn, maar verandert mee met de markt. Als je hypotheekschuld daalt ten opzichte van de woningwaarde, kan je risico-opslag omlaag. Bij een verhuizing kun je soms je rente meenemen, afhankelijk van de voorwaarden. Je kunt ook kiezen voor een mix van vaste en variabele rente om risico’s te spreiden.
Belastingregels en aflossen of oversluiten
Alleen de hypotheek voor je eigen huis komt in aanmerking voor renteaftrek. Je kunt verschillende leningdelen apart toewijzen en samen met je partner bepalen wie welk deel van de aftrek gebruikt. Het afbouwpercentage wordt automatisch toegepast. Het eigenwoningforfait geldt alleen voor je hoofdwoning en mag je niet verrekenen met inkomsten uit verhuur.
Als je je huis verkoopt en een nieuwe woning koopt, moet je de overwaarde (de eigenwoningreserve) binnen een bepaalde tijd inbrengen in je nieuwe hypotheek. Doe je dit niet, dan wordt je recht op renteaftrek beperkt.
Bij de meeste hypotheken kun je jaarlijks een deel van de lening boetevrij aflossen. Dit verlaagt je risico en kan zorgen voor een lagere risico-opslag. Bij oversluiten betaal je vaak een boeterente. Deze is gelijk aan het verschil tussen je huidige rente en de marktrente tot het einde van je rentevaste periode. Bereken goed of de besparing opweegt tegen de kosten. Als je je rente meeneemt naar een nieuwe hypotheek, let er dan op dat je recht op renteaftrek behouden blijft.
Welke papieren heb je nodig?
Zo verzamel en lever je je documenten aan
Welke documenten je moet aanleveren hangt af van jouw situatie. Of je nu in loondienst bent, zzp’er bent, met pensioen bent of plannen hebt om te bouwen of verbouwen – voor elke situatie heb je andere papieren nodig. Deze documenten haal je bij het UWV, de Belastingdienst, je bank, de KvK of je verzekeraar. Belangrijk: gebruik altijd originele pdf’s of documenten die je direct van de officiële websites haalt.
Je documenten moeten actueel zijn. Denk aan recente en verklaringen die niet te oud zijn. Verzamel je dossier in drie stappen: eerst je identiteit en inkomen, dan je schulden en vermogen, en als laatste alles over het huis zelf.
Alles wat je aanlevert wordt gecontroleerd. Je belastingaangifte wordt vergeleken met je en je -gegevens worden naast je bankafschriften gelegd. Heb je wisselend inkomen, extra inkomsten of is er sprake van erfpacht? Zorg dan dat je dit goed kunt uitleggen. Uiteindelijk lever je alles digitaal aan, op een veilige en nette manier.
Welke documenten horen bij welke omstandigheid?
Voor werk en inkomen heb je nodig:
- van de laatste 1 tot 3 maanden
- Een inkomensverklaring of werkgeversuittreksel van maximaal 4 weken oud
- Een werkgeversverklaring van maximaal 3 maanden oud
- De jaaropgave van vorig jaar
Er wordt gecontroleerd of je naam, BSN en bedragen overal hetzelfde zijn.
Als zzp’er of ondernemer lever je:
- en belastingaangiften van de laatste 2 tot 3 jaar
- Soms ook vennootschapsbelasting, SBA-gegevens en een verklaring dat je bedrijf toekomst heeft
Deze papieren moeten van het meest recente boekjaar zijn en alle cijfers moeten kloppen met elkaar.
Met pensioen of een uitkering? Dan heb je nodig:
- Recente uitkeringsspecificaties
- Toekenningsbrieven (niet ouder dan 6-12 maanden)
Hierbij wordt gekeken naar de bruto- en nettobedragen en hoe lang je uitkering nog loopt.
Voor je vermogen:
- Recente bankafschriften (niet ouder dan 30 dagen)
- Eventueel beleggingsoverzichten, schenkingsaktes of bewijs van waar je geld vandaan komt
Het moet duidelijk zijn hoe je vermogen is opgebouwd.
Voor het huis zelf:
- De koopovereenkomst
- Een van maximaal 6 maanden oud
- Bij een appartement: splitsingsakte of VvE-informatie
- Bij erfpacht: gegevens over de canon
Adres en oppervlakte moeten overal hetzelfde zijn.
Voor je identiteit:
- Een geldig paspoort of ID-kaart
- Een BRP-uittreksel van maximaal 3 maanden oud
- Eventueel je verblijfsstatus
Er wordt gecontroleerd of je voldoet aan alle regels.
Wil je een hypotheek met ? Dan heb je nodig:
- Een borgtochtverklaring
- Een overzicht van de werkelijke uitgaven
- Bij verbouwing: lijst van de werkzaamheden
Ook wordt gecontroleerd of je binnen de kostengrens blijft.