Duurzaam wonen met consumptief krediet

Duurzaam wonen kun je betalen met een persoonlijke lening, het Warmtefonds of een (extra) hypotheek. Elke optie heeft z’n eigen regels, kosten en invloed op je maandlasten en het bedrag dat je kunt lenen. In dit artikel lees je welke keuze het beste bij jou past, waar je op moet letten en hoe je slim gebruikmaakt van subsidies en belastingvoordeel. Zo wordt verduurzamen haalbaar én betaalbaar.

Foto van Jayden Wassink
Jayden Wassink

Geschreven op 5 september 2025

Samenvatting van het artikel

Duurzaam wonen vraagt om slimme financiering. Je kunt kiezen uit een persoonlijke lening, het Warmtefonds of een (extra) hypotheek met bouwdepot om energiebesparende maatregelen te betalen. Elke optie heeft eigen kenmerken: een persoonlijke lening is snel en flexibel, het Warmtefonds is specifiek voor verduurzaming en vraagt meer papierwerk, en een hypotheek met depot is geschikt voor grotere bedragen en langere looptijden. De kosten bestaan uit rente, vaste lasten en soms advies-, notaris- en taxatiekosten. Alleen hypotheekrente voor je eigen woning is aftrekbaar, mits je aan de voorwaarden voldoet.

Subsidies zoals ISDE, SEEH en labelkortingen kunnen de kosten verlagen, maar worden meestal pas na de verbouwing uitgekeerd. Je moet de uitgaven dus eerst zelf financieren. Leningen voor verduurzaming worden geregistreerd bij het BKR en beïnvloeden je maximale hypotheek. Door de juiste volgorde te kiezen – eerst hypotheek met depot, daarna pas een persoonlijke lening – houd je meer leenruimte over. Voor energiebesparende maatregelen kun je soms extra lenen via NHG of een hogere LTV, mits je alles goed kunt aantonen.

Let bij het kiezen van financiering op de looptijd, maandlasten, rente, voorwaarden voor renteaftrek en de mogelijkheid om boetevrij af te lossen. Houd rekening met je buffer, de waarde van je huis en de timing van subsidies en betalingen. Door verschillende financieringsvormen slim te combineren en goed te plannen, kun je duurzaam wonen betaalbaar en verantwoord realiseren.

Inhoudsopgave

Zo werkt een hypotheek

Stel, je wilt een huis kopen. Vaak heb je niet genoeg spaargeld om het volledige bedrag in één keer te betalen. Daarom neem je een hypotheek: een lening speciaal voor je woning. De bank schiet het bedrag voor, en jij betaalt maandelijks terug. Dit maandbedrag bestaat uit twee delen: rente (de kosten voor het lenen) en aflossing (het terugbetalen van de lening).

Je huis dient als onderpand voor de hypotheek. Dit betekent dat als je de maandlasten niet meer betaalt, de bank uiteindelijk je huis mag verkopen om het geleende bedrag terug te krijgen. Het klinkt streng, maar zo is het geregeld.

Welke hypotheekvormen zijn er?

Er zijn verschillende manieren om je hypotheek af te lossen. De meest gekozen vorm is de annuïteitenhypotheek. Hierbij betaal je elke maand hetzelfde bedrag. In het begin bestaat dit bedrag vooral uit rente, later wordt het aandeel aflossing steeds groter.

Een andere mogelijkheid is de lineaire hypotheek. Hierbij los je elke maand een vast deel van de lening af. Je maandlasten zijn in het begin hoger, maar dalen na verloop van tijd.

Hier zie je de belangrijkste verschillen tussen deze twee vormen:

Hypotheekvorm Maandlasten Rente/Aflossing verhouding Looptijd
Annuïteiten Gelijk Eerst meer rente Vast
Lineair Dalend Vast aflossing Vast

De uitgaven van een hypotheek

Hoeveel je aan je hypotheek kwijt bent, hangt af van een aantal factoren:

  • Het geleende bedrag
  • De rente die je betaalt
  • De looptijd van de hypotheek
  • De gekozen hypotheekvorm

Naast je maandlasten zijn er ook eenmalige kosten, zoals advieskosten, taxatiekosten en notariskosten. Deze komen er dus nog bij.

Hoeveel kun je lenen voor een huis?

Hoeveel je kunt lenen, hangt vooral af van je inkomen en eventuele schulden. Banken kijken naar wat je maandelijks kunt missen zonder in de problemen te komen. Ook de waarde van het huis speelt mee: meestal kun je niet meer lenen dan de waarde van de woning.

Hoe kun je je verbouwing financieren?

Wil je je huis energiezuiniger maken, maar heb je niet genoeg spaargeld? Je hebt drie opties: een persoonlijke lening, een Energiebespaarlening via het Nationaal Warmtefonds, of een (tweede) hypotheek met bouwdepot. Wat het beste bij je past, hangt af van het benodigde bedrag, hoe snel je het wilt regelen, welke garanties je kunt bieden, of je extra kosten wilt vermijden, hoe de betaling verloopt en hoeveel papierwerk je wilt doen.

Wat past bij jouw situatie?

Voor grote bedragen en een lange looptijd is een hypotheek met bouwdepot vaak het meest geschikt. Heb je een kleiner bedrag nodig en wil je snel starten? Dan is een persoonlijke lening meestal handiger. Een persoonlijke lening regel je vaak het snelst, het Warmtefonds duurt wat langer, en een hypotheek kost de meeste tijd. Bij een hypotheek gebruik je je huis als onderpand en krijg je te maken met notariskosten en een taxatie. Bij een persoonlijke lening en het Warmtefonds is dat niet nodig. Ook de uitbetaling verschilt: bij een depot of via rekeningen gaat het geld direct naar de leverancier, bij andere vormen komt het bedrag op je eigen rekening. Het Warmtefonds vraagt meer papierwerk en heeft een vaste lijst met maatregelen die ze vergoeden. Bij een hypotheek moet je precies aangeven wat je gaat verbouwen.

Persoonlijke lening of Warmtefonds?

Een persoonlijke lening is flexibel en snel geregeld. Het Warmtefonds is speciaal voor energiemaatregelen, heeft een strenger proces, maar biedt soms meer controle op het werk. Met een persoonlijke lening kun je het geld vrij besteden aan energiemaatregelen. Het Warmtefonds betaalt alleen maatregelen die op hun lijst staan en stelt eisen aan de kwaliteit. Ook de aanvraag verschilt: bij een persoonlijke lening is het papierwerk beperkt en krijg je het geld snel. Het Warmtefonds vraagt om offertes en rekeningen, betaalt vaak direct aan de aannemer en wil bewijs zien dat het werk is uitgevoerd.

De belangrijkste verschillen tussen een persoonlijke lening en het Warmtefonds zie je hieronder:

Kenmerk Persoonlijke lening Warmtefonds
Lijst maatregelen Geen vaste lijst Vaste lijst
Bedrag Flexibel Maximumbedrag
Papierwerk Beperkt Uitgebreid
Uitbetaling Aan jou Aan leverancier
Aflossen Vaste rente Vaste rente
Boetevrij aflossen Meestal deels Meestal deels

Extra hypotheek of bouwdepot regelen

Wil je flink investeren of een complete verbouwing uitvoeren? Dan kun je kiezen voor een extra hypotheek of bouwdepot. Je hebt dan een taxatie nodig die de waarde van je huis voor en na de verbouwing laat zien. Het geld komt in een depot en je declareert op basis van rekeningen. De bank controleert of het geld echt naar verduurzaming gaat en kijkt naar je inkomen en de waarde van je woning. Uitbetaling gebeurt nadat je documenten zijn gecontroleerd.

Dit zijn de stappen die je doorloopt bij het regelen van een extra hypotheek of bouwdepot:

  1. Maak een begroting en planning voor je aanvraag
  2. Vraag een offerte aan
  3. Laat een taxatie met verbouwwaarde uitvoeren
  4. Teken de hypotheekakte en open het depot
  5. Laat het werk uitvoeren
  6. Dien declaraties in met rekeningen
  7. De bank controleert de rekeningen
  8. Uitbetaling naar de leverancier
  9. Depot sluiten na afronding

Het depot loopt meestal 6 tot 24 maanden. Je krijgt het geld alleen als je kunt aantonen dat het werk daadwerkelijk is uitgevoerd.

Waar let je op bij het kiezen?

Om een goede keuze te maken, kijk je naar het bedrag, de looptijd, de snelheid van de aanvraag, benodigde garanties, startkosten en je flexibiliteit. Een handige checklist bevat het bedrag, de tijd tot uitbetaling, of je huis als onderpand nodig is, welke documenten je moet aanleveren (zoals taxatie, notaris of bewijs van maatregelen), hoeveel je zonder boete kunt aflossen, of het geld naar jou of de leverancier gaat en welke extra kosten er zijn voor advies, notaris, taxatie of depot.

Belangrijke punten zijn de bedragen (onder €10.000, tussen €10.000 en €50.000, of boven €50.000), de maximale looptijd per product, of je een notaris en taxatie nodig hebt (bij een hypotheek wel, bij een persoonlijke lening en Warmtefonds niet), bewijs van de maatregelen (verplicht bij Warmtefonds en hypotheek), boetes bij vervroegd aflossen per product en de doorlooptijd (persoonlijke lening in dagen, Warmtefonds in weken, hypotheek in weken tot maanden).

Voorbeelden uit de praktijk

Stel, je wilt voor minder dan €10.000 snel aan de slag. Dan kun je kiezen voor een persoonlijke lening of het Warmtefonds (als je maatregel op hun lijst staat). Wil je tussen de €10.000 en €50.000 lenen en een compleet pakket aan maatregelen nemen? Dan is een (tweede) hypotheek met depot handig, al duurt het wat langer. Boven €50.000 of bij bepaalde inkomensgroepen is een hypotheek met depot vaak de beste keuze, of het Warmtefonds als je inkomen en maatregelen passen bij hun voorwaarden.

Enkele voorbeelden: voor het vervangen van enkel glas door HR++ glas (klein bedrag, korte planning) is een persoonlijke lening handig. Voor isolatie, een warmtepomp en lage temperatuur verwarming (compleet pakket, hoog bedrag) past een hypotheek met depot. Heb je een lager inkomen en staan je maatregelen op de lijst, zoals HR++ glas en spouwmuurisolatie, dan kan het Warmtefonds voordelig zijn.

Wat kost het en hoe zit het met de belasting?

Voor een verbouwing kun je kiezen uit verschillende manieren om te betalen: een persoonlijke lening, het Warmtefonds of een hypotheek. Elke optie heeft eigen kosten. Je betaalt niet alleen rente, maar ook afsluitkosten, advieskosten en bij een hypotheek vaak nog taxatie- en depotkosten plus notariskosten. Het voordeel van een hypotheek voor woningverbetering is dat je de rente mag aftrekken van de belasting, waardoor je maandlasten lager worden.

Hoe zijn de uitgaven opgebouwd?

De kosten verschillen per product. Een persoonlijke lening of het Warmtefonds heeft meestal lage startkosten. Bij een hypotheek zijn de vaste kosten juist hoger door advies, notaris, taxatie en depot. De rente hangt af van je situatie en het gekozen product. Alleen hypotheekrente voor je eigen woning is aftrekbaar, bij gewone leningen niet. Voor een compleet beeld tel je alle kosten bij elkaar op en trek je eventuele belastingvoordelen eraf.

Waar moet je op letten bij de uitgaven?

Let bij het vergelijken op vijf punten:

  • De hoogte van de rente
  • De looptijd en het effect op je maandlast
  • De voorwaarden voor renteaftrek
  • De totale kosten over de hele looptijd
  • De mogelijkheden om zonder boete extra af te lossen

Rente vergelijken tussen de opties

De rente van een persoonlijke lening ligt meestal hoger dan die van een hypotheek, vooral bij kortere looptijden. Het Warmtefonds zit daar vaak tussenin en biedt sommige groepen zelfs 0% rente. Bij een hypotheek hangt de rente af van je leenbedrag ten opzichte van je woningwaarde en of je NHG gebruikt.

Wat bepaalt de hoogte van de rente?

Bij een hypotheek krijg je vaak een lagere rente als je minder leent ten opzichte van je woningwaarde of als je NHG gebruikt. Bij een persoonlijke lening stijgt de rente juist bij kortere looptijden en speelt je risicoprofiel een rol. Het Warmtefonds werkt met inkomensgrenzen die bepalen welk tarief je krijgt. Lagere inkomens kunnen soms zelfs 0% rente krijgen.

Looptijd en je maandlasten

Een korte looptijd betekent hogere maandlasten maar minder totale rente. Een langere looptijd geeft lagere maandlasten maar meer rente in totaal. Persoonlijke leningen hebben meestal kortere looptijden. Het Warmtefonds heeft vaste termijnen van 7, 10, 15 of 20 jaar. Met een hypotheek kun je vaak tot 30 jaar lenen.

Wanneer mag je rente aftrekken?

Rente is alleen aftrekbaar als het gaat om een lening voor je eigen woning, bedoeld voor verbetering of onderhoud. Je moet annuïtair of lineair aflossen en kunnen aantonen waar het geld voor gebruikt is. Dit bewijs lever je met facturen op je adres, een overzicht van het bouwdepot en een leningsovereenkomst waarin het doel staat.

Extra aflossen en vergoedingen

Bij persoonlijke leningen en het Warmtefonds kun je meestal zonder vergoeding extra aflossen, soms betaal je alleen wat administratiekosten. Bij hypotheken mag je vaak 10 tot 20 procent per jaar zonder vergoeding aflossen. Los je meer af en is de rente gedaald sinds je de lening afsloot, dan betaal je een vergoeding.

Subsidies en regelingen die je helpen besparen

Met subsidies en stimuleringsregelingen kun je flink besparen op je verbouwing. Let op: je krijgt dit geld meestal pas nadat alles klaar is, dus je moet de kosten eerst zelf betalen. Dit kan via een persoonlijke lening of een bouwdepot. Zodra de subsidie binnen is, kun je hiermee een deel van je lening aflossen. Voor het aanvragen heb je bewijsstukken nodig, zoals facturen en documenten die aantonen dat je aan alle eisen voldoet.

Regelingen van de overheid en andere organisaties

Deze regelingen bepalen hoeveel je zelf moet betalen en onder welke voorwaarden. Subsidies zorgen ervoor dat je uiteindelijk minder hoeft te lenen, maar omdat je het geld pas achteraf krijgt, moet je het verschil tijdelijk zelf overbruggen. Belangrijk is dat je op tijd aanvraagt en alle benodigde documenten verzamelt, zoals verklaringen van de aannemer, foto’s van het eindresultaat en betaalbewijzen.

Welke subsidies zijn er?

De bekendste regelingen zijn ISDE, SEEH voor VvE’s, het Warmtefonds en labelkortingen op hypotheken. Elke regeling heeft eigen voorwaarden.

De ISDE is er voor warmtepompen, zonneboilers en isolatie. Vaak krijg je meer subsidie als je verschillende maatregelen combineert. Voor elke maatregel gelden andere eisen, bijvoorbeeld aan het type apparaat of de isolatiewaarde. Bij sommige regelingen moet je vooraf aanvragen, bij andere mag het achteraf. Je kunt alvast rekening houden met de verwachte subsidie door deze van het totaalbedrag af te trekken en alleen het verschil te betalen.

Bij een VvE werkt het aanvragen anders dan als particulier. De VvE sluit de lening af en verdeelt de kosten over de leden. Dit vraagt om een goed plan en duidelijke afspraken. Voor persoonlijke leningen kun je alleen jouw deel betalen. Dubbel betalen mag niet.

Het Warmtefonds heeft eigen regels, zoals minimum- en maximumbedragen, inkomensgrenzen en soms zelfs leningen zonder rente. De looptijd ligt vast en het geld gaat direct naar de aannemer.

Met een labelkorting krijg je korting op je hypotheekrente als je woning zuinig is of wordt. Je hebt hiervoor een definitief energielabel nodig en moet binnen een bepaalde tijd klaar zijn. Lagere rente betekent lagere maandlasten en soms kun je daardoor ook meer lenen. De korting kan tijdelijk of blijvend zijn. Haal je het afgesproken label niet, dan vervalt de korting.

Hoe plan je je geldstromen?

Omdat je subsidie pas achteraf krijgt, is het belangrijk om vooraf goed te plannen hoe je de kosten overbrugt. Het proces loopt van offerte en financiering via een depot of lening, naar uitvoering en facturatie, dan de subsidieaanvraag, uitbetaling en uiteindelijk het aflossen van je lening. Zorg voor een buffer voor aanbetalingen en voorkom dat je per ongeluk dubbel betaalt.

Een gebruikelijk schema is:

  1. Aanbetaling bij de start
  2. Tussentijdse betaling na een maand of twee
  3. Oplevering na twee of drie maanden
  4. Subsidie aanvragen in maand 3
  5. Uitbetaling na vier tot zes maanden
  6. Daarna aflossen

Houd altijd wat extra geld achter voor onverwachte kosten of vertragingen.

Hoe leningen en regels bepalen wat je kunt lenen

Een persoonlijke lening of warmtefondslening voor energiebesparende maatregelen heeft direct invloed op het bedrag dat je kunt lenen voor een huis. Deze leningen worden geregistreerd bij het BKR en tellen mee bij het berekenen van je maximale hypotheek. Door de maandlasten van deze leningen blijft er minder ruimte over voor je hypotheeklasten. Tegelijk zijn er regelingen die juist extra leenruimte geven voor energiebesparende maatregelen. De volgorde waarin je leningen aanvraagt, kan daarom veel verschil maken in wat je uiteindelijk kunt lenen.

Hoe leningen je hypotheek beïnvloeden

Geregistreerde leningen en de maandlasten ervan hebben invloed op je kredietwaardigheid. Elke euro die je maandelijks betaalt aan een persoonlijke lening of warmtefondslening, kun je niet meer besteden aan je hypotheek. Hierdoor wordt het bedrag dat je maximaal kunt lenen lager. Voor energiebesparende maatregelen bieden sommige hypotheekverstrekkers extra ruimte, bijvoorbeeld via NHG of een hogere LTV. Het moment waarop je een lening afsluit, bepaalt wanneer je financiële situatie wordt bekeken en kan het verschil maken tussen wel of geen goedkeuring.

BKR-registratie en wat dat betekent voor lenen

Leningen als consumptief krediet

Persoonlijke leningen en warmtefondsleningen worden bij het BKR geregistreerd als consumptief krediet. De registratie bevat het totaalbedrag, de resterende looptijd en de maandlast. De hele maandlast telt mee bij het berekenen van je maximale hypotheek, behalve bij kleine bedragen die niet geregistreerd hoeven te worden. Heb je bijvoorbeeld een maandlast van €150 en mag je normaal €1.200 per maand aan woonlasten besteden, dan blijft er €1.050 over voor je hypotheek. Dit lagere bedrag zorgt voor een lagere maximale leensom.

Wat leningen doen met je maximale hypotheek

Verschillende voorbeelden en het belang van timing

De volgorde waarin je leningen afsluit, bepaalt hoeveel je uiteindelijk kunt lenen. Sluit je eerst een persoonlijke lening af en vraag je daarna een hypotheek aan, dan telt de maandlast van die lening mee en kun je minder lenen. Vraag je eerst een hypotheek aan met een depot voor energiemaatregelen, dan heb je geen aparte lening nodig en blijft je leencapaciteit hoger. Als je een persoonlijke lening meefinanciert in je hypotheek en direct aflost, telt de maandlast niet mee. Je moet dan wel kunnen aantonen dat de lening wordt afgelost bij het passeren van de hypotheek, bijvoorbeeld met een aflosnota.

Extra leenruimte voor verduurzamen

Meer lenen voor energiebesparende maatregelen

Voor energiebesparende maatregelen kun je extra leenruimte krijgen via NHG of een hogere LTV. Dit kan alleen als je het extra bedrag in een depot zet en gebruikt voor vooraf afgesproken maatregelen. Je moet alle kosten kunnen aantonen met facturen. Er gelden maxima per maatregel en soms eisen aan het energielabel dat je wilt bereiken. Je krijgt dus extra ruimte bovenop je standaard leencapaciteit, maar alleen voor energiebesparende uitgaven die je kunt bewijzen.

Korting op je rente en wat dat doet met je lening

Hoe een lagere rente je leencapaciteit beïnvloedt

Sommige geldverstrekkers geven een lagere rente als je binnen een bepaalde tijd een beter energielabel haalt. Lukt dat niet, dan vervalt de korting. Door de lagere rente dalen je maandlasten, waardoor je meer kunt lenen. Zonder korting betaal je een hogere maandlast dan met korting. Dit verschil kan je maximale leensom verhogen, al is het effect klein als de bank rekent met een vaste toetsrente in plaats van je werkelijke lasten.

Risico’s en slimme keuzes maken

Als je je huis wilt verduurzamen, is het verstandig om goed naar je geldzaken te kijken. Let op je maandlasten, wat het doet met de waarde van je huis, hoe je het betaalt en of je later nog kunt herfinancieren. Zo houd je grip op je financiën, ook als er iets onverwachts gebeurt. Het is belangrijk dat je energiebesparing past bij wat je leent, zodat je niet in de problemen komt.

Besparingen en wat je betaalt

Zorg dat wat je bespaart op energie past bij wat je extra betaalt aan rente en aflossing. Vergelijk je maandelijkse of jaarlijkse besparing met je maandlasten. Kies een looptijd die logisch is bij je besparing. Houd er rekening mee dat je soms al moet betalen voordat je echt gaat besparen.

Waar je op moet letten

Let op verschillende zaken:

  • Je maandlasten
  • De waarde van je huis
  • Mogelijke renteveranderingen
  • Combinaties van leningen
  • Opties om je lening aan te passen
  • Je financiële buffer
  • De timing

Elk onderdeel verdient aandacht.

Maandlasten vergelijken

Een persoonlijke lening zorgt vaak voor hogere maandlasten in het begin, terwijl een hypotheek lagere maandlasten heeft maar langer doorloopt. Vergelijk de netto maandlast van elke optie met wat je verwacht te besparen per maand. Denk ook aan dubbele kosten tijdens de verbouwing en aanbetalingen die je vooraf moet doen.

Verschillen in je geldstromen het eerste jaar

De eerste twaalf maanden zijn belangrijk voor je uitgaven en inkomsten. In de eerste maanden doe je aanbetalingen, maar bespaar je nog niet op energie. Dit zorgt voor een piek in je uitgaven. Zodra de verduurzaming klaar is, ga je besparen. Daarna wordt het stabieler: je maandlast min je besparing. Houd rekening met schommelingen in je energiegebruik door het jaar heen.

Wat pak je als eerste aan?

Kies maatregelen die het meeste opleveren per geleende euro en het grootste verschil maken op je energielabel. Maak een overzicht met de terugverdientijd en de waarde die elke maatregel toevoegt. Rangschik ze op besparing per euro investering en op de verbetering van je energielabel. Zo kies je de volgorde die het snelst winst geeft.

Investeren, besparen en waardestijging

Koppel je investering aan de besparing én het verschil op de waarde van je huis. Een beter energielabel kan je huis meer waard maken en zorgt ervoor dat je het sneller verkoopt als dat nodig is. Kijk ook naar de terugverdientijd om te bepalen wat je het eerst aanpakt.

Wat doet de rente?

Met een vaste rente weet je waar je aan toe bent, maar profiteer je niet als de rente daalt. Bij een variabele rente kunnen je maandlasten stijgen als de rente omhoog gaat. Reken verschillende situaties door, bijvoorbeeld met 2 procentpunt hoger of lager dan nu. Bedenk wanneer je je rentevorm opnieuw kunt kiezen.

Meerdere manieren van financieren combineren

Je kunt een hypotheek of depot gebruiken voor het grootste deel van je investering en een kleine persoonlijke lening voor de rest of om een subsidie voor te financieren. Start de persoonlijke lening bij je aanbetaling, los deze af met de subsidie en laat het depot de grote rekeningen betalen. Zorg dat de verschillende financieringsvormen elkaar aanvullen.

Hoe het in de praktijk werkt

In de praktijk kun je verschillende financieringsvormen koppelen aan verschillende onderdelen. Grote maatregelen financier je via een depot, aanbetalingen en restposten via een persoonlijke lening, subsidies gebruik je om de persoonlijke lening af te lossen en onverwachte kosten betaal je uit je buffer.

Herfinancieren en je lening aanpassen

Bij herfinanciering kun je soms een gewone verduurzamingsschuld omzetten naar een eigenwoningschuld. Dit kan alleen als je kunt bewijzen dat het geld echt aan verduurzaming is besteed. Je hebt rekeningen, een overzicht van de maatregelen en een tijdslijn nodig. Lukt dit niet, dan blijft het een gewone schuld met andere fiscale gevolgen.

Regels en belastingzaken

Zorg voor een compleet dossier, vraag herfinanciering aan, laat een taxatie doen en geef duidelijk aan waarvoor het depot bedoeld is. Teken de akte waarbij je de gewone schuld aflost en doe aangifte met bewijs van de eigenwoningschuld. Wordt het afgewezen, dan heb je geen recht op aftrek en blijft het een gewone lening.

Een buffer achter de hand houden

Houd altijd een buffer aan waarmee je meerdere maanden vaste lasten kunt betalen, inclusief energie. Denk na over noodopties zoals een betalingspauze, het verlengen van de looptijd of het aanpassen van je lening. Houd ook rekening met het risico van stijgende energieprijzen.

Hoe weerbaar ben je?

Maak een overzicht waarmee je je financiële weerbaarheid in de gaten houdt. Kijk naar de verhouding tussen je schuld en inkomen, je buffer in maanden en hoeveel je afhankelijk bent van variabele rente. Stel grenzen: bijvoorbeeld als je schuld te hoog wordt, je buffer onder drie maanden zakt of de rente flink stijgt.

Stappenplan voor verduurzamen

Zorg voor een logische volgorde:

  1. Begin met analyse en offertes
  2. Vraag subsidie aan
  3. Regel de financiering
  4. Teken de contracten
  5. Laat de werkzaamheden uitvoeren
  6. Declareer en ontvang de subsidie
  7. Herfinancier als dat nodig is

Let op de voorwaarden van subsidie en financiering, plan de levertijden van installateurs en zorg dat alles goed op elkaar aansluit.

Checklist per stap

Werk met een checklist per fase. Controleer bij de analyse of de besparingen kloppen, bij subsidie of de voorwaarden haalbaar zijn, bij financiering of je bewijs compleet is, bij contracten of alles goed is vastgelegd, bij uitvoering of de planning en aanbetalingen geregeld zijn, bij declaratie of je rekeningen compleet zijn en bij nazorg of de subsidie binnen is en de aflossing goed loopt.