Wanneer je een eigen huis bezit, krijg je te maken met het eigenwoningforfait. De Belastingdienst ziet dit als een soort fictief inkomen dat wordt berekend op basis van de WOZ-waarde van jouw woning, oftewel de taxatiewaarde die de gemeente elk jaar vaststelt. De peildatum voor deze waarde is altijd 1 januari van het betreffende belastingjaar. Heb je een hypotheek op je huis, dan mag je het openstaande hypotheekbedrag nog van het eigenwoningforfait aftrekken. Het vaststellen van het juiste bedrag kan best complex zijn, omdat de Belastingdienst jaarlijks de percentages aanpast. Hierdoor hangt jouw uiteindelijke eigenwoningforfait af van de actuele waarde van je huis en jouw totale financiële situatie.
In bepaalde gevallen hoef je het eigenwoningforfait niet te betalen, zoals bij een huis met een relatief lage WOZ-waarde. Daarnaast zijn er verschillende situaties die invloed kunnen hebben. Als je bijvoorbeeld samenwoont met meerdere personen of een kamer verhuurt, wordt dit allemaal door de Belastingdienst meegenomen in de berekening. Ook als je huis tijdelijk leegstaat, kan dit meewegen in het uiteindelijke bedrag. Het is daarom belangrijk om de berekening van het eigenwoningforfait zorgvuldig uit te voeren om fouten, naheffingen en boetes te voorkomen. Vaak vragen mensen zich af: waar moet ik rekening mee houden bij mijn belastingaangifte? Controleer daarom altijd goed de voorwaarden rondom de aangifte van het eigenwoningforfait, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.